Sociale media voor juridisch onderzoek

Sociale media voor juridisch onderzoek

We leven in een verbonden, online wereld als nooit tevoren. Dit opent nieuwe mogelijkheden die niet altijd even vanzelfsprekend zijn. Heeft u als advocaat overwogen om sociale media in te zetten voor onderzoek? U kunt natuurlijk sociale media gebruiken om te kijken wat uw concurrenten doen. Maar er is nog zoveel meer dat u kunt doen. U kunt sociale media bijv. heel effectief inzetten om op de hoogte te blijven van wat er in uw vakgebied gebeurt. U kunt ook juridisch onderzoek doen m.b.t. een zaak die u in behandeling heeft. En als u een zaak voor de rechtbank behandelt, kunt u onderzoek doen naar de wederpartij van uw cliënt, getuigen, eventuele juryleden en zelfs – wanneer daar aanleiding toe is – rechters. Zoals het voorbeeld van de rechter suggereert, zijn er ook deontologische overwegingen die in acht genomen moeten worden. Laten we dit alles wat nader bekijken.

Lopend onderzoek – op de hoogte blijven

Sociale media zijn een uitstekende manier om op de hoogte te blijven van wat er in uw vakgebied gebeurt. Twitter, LinkedIn, Medium en Quora zijn hiervoor goede bronnen van informatie. In Twitter kunt u de auteurs en publicaties die actief zijn in uw vakgebied volgen. Zoek naar belangrijke cliënten en dienstverleners, visionaire leiders en pioniers, enz. Ik zou aanraden om een lijst te maken in Twitter waar u ze aan toevoegt. Op die manier hoeft u alleen maar uw lijst te controleren om de relevante tweets te vinden. Handig is ook dat lijsten doorgaans openbaar zijn, wat betekent dat u de lijsten van andere mensen kunt volgen.

U kunt hetzelfde doen in LinkedIn. Zelfs als een persoon of uitgever geen connectie is, kunt u hen meestal wel volgen. En net als bij Twitter kunt u aangepaste lijsten maken die het makkelijk en handig maken om snel door het relevante materiaal te gaan. Hetzelfde geldt voor Facebook, waar u mensen kunt volgen die geen vrienden zijn, en u aangepaste lijsten kunt maken. Meestal vindt u op LinkedIn en Twitter evenwel meer bruikbare informatie. Advocaten hebben blijkbaar minder de neiging om juridisch relevante artikelen op Facebook te plaatsen.

LinkedIn en Facebook hebben beide een groepsfunctie, waarbij u uw eigen groep kunt aanmaken of zich bij een bestaande groep kunt aansluiten. Beide hebben tal van groepen die zich bezighouden met juridische onderwerpen of domeinen. Ook hier overtreffen de groepen van LinkedIn over het algemeen die van Facebook als het gaat om de kwaliteit van de informatie die zij verstrekken.

Quora is een sociaal mediaplatform dat zich richt op het beantwoorden van vragen, maar waar auteurs ook links naar relevante informatie kunnen publiceren. Quora heeft secties die gewijd zijn aan juridische onderwerpen, en u kunt de e-mailnotificaties configureren om meldingen te ontvangen wanneer er nieuwe informatie of vragen beschikbaar zijn.

Medium is grotendeels een blogging platform. Net als Quora biedt het de mogelijkheid om u te abonneren op bepaalde onderwerpen waar dan u meldingen krijgt als er nieuwe informatie beschikbaar is.

Ook interessant in dit verband is Pinterest. In Pinterest kunnen gebruikers virtuele prikborden maken waarop ze informatie kunnen ‘prikken’ (‘pinnen’) of waarop ze links naar informatie kunnen plaatsen. Ook kunt u sub-boards aanmaken. Als u geïnteresseerd bent in juridische informatica, kunt u bijvoorbeeld een prikbord voor juridische informatica maken, met mogelijke sub-boards voor kunstmatige intelligentie, kantoorautomatisering, sociale media, enz. Wat Pinterest nog interessanter maakt, is dat u ook andere gebruikers en hun prikborden kunt volgen. Zo kunt u ook de vruchten plukken van het werk van anderen.

Juridisch onderzoek voor een zaak

Een tweede gebied waarop sociale media nuttig zijn, is het zoeken naar relevante juridische informatie voor een specifieke zaak. Een voorbehoud is dat veel sociale media-inhoud niet wordt geïndexeerd door zoekmachines. U zal dus waarschijnlijk uw onderzoek op elk platform afzonderlijk moet uitvoeren! Quora, Medium en Pinterest zijn de uitzonderingen, omdat de meeste zoekmachines hun content wel indexeren. Voor hen is het dus niet nodig om aparte zoekopdrachten uit te voeren. Bij LinkedIn worden artikelen die op het platform worden gepubliceerd doorgaans wel geïndexeerd door zoekmachines, maar reguliere berichten en de inhoud van groepen bijvoorbeeld niet.

Zowel Twitter als LinkedIn hebben geavanceerde zoekfuncties waarmee u gericht kunt zoeken op trefwoorden. In Twitter zal u daar doorgaans hashtags voor gebruiken. In theorie is het mogelijk om hetzelfde te doen op Facebook, maar tot nu toe heeft dit in de praktijk zelden bruikbare resultaten opgeleverd.

Onderzoek ter ondersteuning van het pleiten

Een derde gebied waarop sociale media bijzonder nuttig kunnen zijn, is het onderzoek ten behoeve van rechtszaken, en wel op verschillende manieren.

Een eerste manier is dat sociale media kunnen worden gebruikt voor opinie-mijnbouw, i.e. om de publieke opinie over een onderwerp te meten. Dit is meestal nuttig in strafzaken, vooral als er een jury bij betrokken is. U wilt voorkomen dat u een verdediging baseert op een verhaal waar mensen negatief op reageren.

Op dezelfde manier kunt u sociale media gebruiken voor reputatieonderzoek, zowel m.b.t. uw cliënten als m.b.t. hun tegenstanders. Naast het profileren van de procespartijen en hun raadslieden, kunt u ook eventuele kandidaat-juryleden en de getuigen profileren, en desgewenst wraken.

U kunt ook nagaan of de rechter connecties heeft met de partijen of hun raadslieden. Er zijn verschillende gevallen geweest waarin een rechter zich moest terugtrekken omdat hij of zij een Facebook-vrienden of LinkedIn-connectie was met een van de advocaten.

Verder kunnen sociale media nuttig zijn bij het verzamelen van feiten en bewijzen. Mensen zijn bijvoorbeeld ontslagen, hebben verzekeringsclaims verloren en zijn veroordeeld of vrijgesproken op basis van bewijsmateriaal dat op sociale media is gevonden. Houd bij het zoeken naar feiten en bewijs in gedachten dat het verspreid kan zijn over meerdere platforms. Het kan zijn dat u wat tijd moet besteden aan het doorlopen van accounts op LinkedIn, Facebook, Twitter, Instagram, WhatsApp, TikTok, Snapchat, Pinterest, YouTube, Vimeo, … Er zijn al derde partijen die dit voor u kunnen doen.

Deontologie

Tot slot zijn er deontologische overwegingen waarmee rekening moet worden gehouden. Als eerste vuistregel geldt dat alle informatie die op het internet voor iedereen toegankelijk is, in de rechtszaal kan worden gebruikt. Als tweede vuistregel geldt dat het niet toelaatbaar is om rechtstreeks te communiceren met tegenstanders of getuigen: stuur hen geen vriendschapsverzoeken, “volg” hen niet en communiceer niet met hen via sociale media. Het is verstandig om dezelfde vuistregel toe te passen als het gaat om rechters, omdat dit kan leiden tot hun wraking of tot een beroepsprocedure.

Samengevat, sociale media kunnen op verschillende manieren nuttig zijn voor onderzoeksdoeleinden. Bij het onderzoek naar feiten en bewijzen voor specifieke gevallen kunnen ze een schat aan informatie bieden, maar er zijn deontologische overwegingen waarmee rekening moet worden gehouden. Contacteer in geval van twijfel uw balie.

Bronnen:

 

Deel dit artikel: